Liturgie
Dienst 20-04-2025 - Paaszondag
Liturgie zondag 20 april 2025 - Paaszondag
Inloop vanaf 10:30 uur
Aanvangstijd: 11:00 uur
Voorganger: Dhr. van der Meer uit Drachten
Oppas en kindernevendienst
Koffie verzorgd door: familie Zuidema
Organist: Johan Kramer
Orgelspel voor de dienst
Mededelingen Kerkenraad
Uitleg schikking

Aanvangslied ELB 122: 1, 2, 3 en 4 (Daar juicht een toon)
1 Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,
die galmt door gans' Jeruzalem
een heerlijk morgenlicht breekt aan:
de Zoon van God is opgestaan!
2 Geen graf hield Davids Zoon omkneld,
Hij overwon, die sterke Held.
Hij steeg uit 't graf door Vaders kracht,
want Hij is God, bekleed met macht!
3 Nu jaagt de dood geen angst meer aan,
want alles, alles is voldaan;
wie in geloof op Jezus ziet,
die vreest voor dood en helle niet.
4 Want nu de Heer is opgestaan,
nu vangt het nieuwe leven aan,
een leven door zijn dood bereid,
een leven in zijn heerlijkheid.Paasboodschap
NLB 624: 1, 2 en 3 (Christus onze Heer verrees)
1 Christus, onze Heer, verrees,
halleluja!
Heil'ge dag na angst en vrees,
halleluja!
Die verhoogd werd aan het kruis,
halleluja,
bracht ons in Gods vrijheid thuis,
halleluja!
2 Prijst nu Christus in ons lied,
halleluja,
die in heerlijkheid gebiedt,
halleluja,
die aanvaardde kruis en graf,
halleluja,
dat Hij zondaars 't leven gaf,
halleluja!
3 Maar zijn lijden en zijn strijd,
halleluja,
heeft verzoening ons bereid,
halleluja!
Nu is Hij der heem'len Heer,
halleluja!
Eng'len juub'len Hem ter eer,
halleluja!
Stil gebed , Votum en Groet
Inleiding op de dienst
NLB 642: 1, 4 en 5 (Ik zeg het allen dat Hij leeft)
1 k zeg het allen, dat Hij leeft,
dat Hij is opgestaan,
dat met zijn Geest Hij ons omgeeft
waar wij ook staan of gaan.
4 Ten onder ging de sterke dood,
ten onder in de vloed;
nu straalt ons in het morgenrood
zijn toekomst tegemoet.
8 't Is feest, omdat Hij bij ons is,
de Heer die eeuwig leeft
en die in zijn verrijzenis
alles herschapen heeft.
Gebed
Beamerlied: Jezus leeft in eeuwigheid
Wetslezing en bemoediging
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
ELB 124: 1 en 3 (Dit is de dag)
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven.
Laat ons Hem loven en danken, verheugd dat wij leven.
Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht.
Heeft Hij ons licht aangeheven.
Nu zend uw Geest, als een vuur, als een stem in ons midden.
Dat wij van harte elkander verstaan en beminnen.
En zo voortaan eren Gods heilige Naam.
En Hem in waarheid aanbidden.
Schriftlezing Johannes 20: 1-18 (NBV)
Opstanding
1 Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria van Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen voor het graf was weggehaald. 2 Ze liep snel weg, naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze Hem nu neergelegd hebben.’ 3 Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. 4 Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. 5 Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. 6 Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, 7 en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. 8 Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. 9 Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat Hij uit de dood moest opstaan. 10 De leerlingen gingen terug naar huis.
11 Maria stond bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, 12 en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. 13 ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd.’ 14 Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. 15 ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u Hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u Hem hebt neergelegd, dan kan ik Hem meenemen.’ 16 Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dit Hebreeuwse woord betekent ‘meester’.) 17 ‘Houd Me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ 18 Maria van Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat Hij tegen haar gezegd had.
ELB 125: 1 , 2 en 3 (Geprezen zij de Heer)
1 Geprezen zij de Heer
die eeuwig leeft.
Die vol ontferming ieder troost
en alle schuld vergeeft.
Die heel het aards gebeuren
vast in handen heeft.
2 Hem zij de glorie,
want Hij die overwon,
zal nooit verlaten wat Zijn hand begon.
Halleluja. Geprezen zij het Lam,
dat de schuld der wereld op zich nam.
3 Verdreven is de schaduw
van de nacht.
En wie Hem wil aanvaarden
wordt eens veilig thuis gebracht.
Voor Hem geldt ook dit wonder:
alles is volbracht.
Verkondiging
Beamerlied: “Voor Uw liefde Heer Jezus, dank U wel”
Dankgebed en voorbeden
Collecte
ELB 132: 1, 2 en 3 (U zij de glorie)
1 U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen daald' een engel af,
heeft de steen genomen van 't verwonnen graf
U zij de glorie, opgestane Heer!
2 U zij de victorie, nu en immermeer.
Ziet Hem verschijnen, Jezus, onze Heer!
Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren, blijd' en welgezind,
en zegt telkenkere: "Christus overwint!".
U zij de glorie, opgestane Heer.
U zij de victorie, nu en immermeer.
3 Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
die mij heeft genezen, die mij vrede geeft.
In zijn godd'lijk wezen is mijn glorie groot,
niets heb ik te vrezen in leven en dood
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.
Wegzending en Zegen